Te zien vanaf: 28-11-2002
Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen, 2002, kleur, 148 min.
Productie: Beverly Detroit, Interscope Communications, Mainstream S.A., Meespierson Film CV, R.P. Productions, Studio Canal Scenario: Ronald Harwood, Roman Polanski, Wladyslaw Szpilman, Camera: Pawel Edelman Muziek: Wojciech Kilar Enscenering:Allan Starski Kostuums: Anna B. Sheppard
Regie: Roman Polanski
Met: Joachim Paul Assböck, Adrien Brody, Frank Finlay, Emilia Fox, Thomas Kretschmann, Jessica Kate Meyer, Julia Rayner (I), Ed Stoppard (I)
Pitch: Waargebeurd verhaal van de Poolse pianist Wladyslaw Szpilman, die deportatie naar een concentratiekamp wist te voorkomen door zich van 1939 tot 1945 schuil te houden in Warschau.
Bijzonderheden: Gebaseerd op de gelijknamige autobiografie van componist Wladyslaw Szpilman.
Winnaar van de Gouden Palm in Cannes (2002).
Recensie door drs. H. van den Berge - 28 april 1999
Herinneringen van overlevenden van 'Warschau'
De vernietigde
'mierenhoop'
De gebeurtenissen in het getto van Warschau zijn verbijsterend. Doodsangst door de honger, door het uitbreken van besmettelijke ziekten en vooral door het optreden van de nazi's houden de honderdduizenden Joden in een wurgende greep. Massaal worden ze naar de gaskamers afgevoerd. Slechts weinigen overleven de holocaust. Drie van hen hebben recentelijk, na jarenlang zwijgen, hun ontluisterende herinneringen toch op papier gezet.
Jaren na de oorlog sluit de in Israël
wonende Jacob Gutgeld op het paasfeest het boek over de Joodse
feesten dat voor hem ligt. Hij zegt tegen zijn familie en vrienden
in de kamer: "Elk jaar met Pasen vertellen we met behulp
van dit boek, de Haggadah, het verhaal over ons volk, dat drieduizend
jaar geleden in Egypte in slavernij leefde. Dit jaar zullen we
een verhaal vertellen dat niet hieruit komt", en hij tikte
op de Haggadah, "maar hieruit", en hij wijst naar zijn
hart. "Het is ook een waar gebeurd verhaal, maar het gebeurde
veel korter geleden", zegt hij in het deze week verschenen
boek "De redding van Jacob".
Wufte levensstijl
De oorlogservaringen van de Joden in Polen zijn vreselijk.
De inval van de Duitsers in september 1939 maakt een einde aan
het bloeiende Joodse leven in het land. In die tijd wonen er zo'n
360.000 Joden in Warschau, ongeveer eenderde van de totale bevolking
van de hoofdstad. Al snel mogen de Joden hun werk niet meer doen.
Ook worden velen van hun bezittingen beroofd. Dwangarbeid, beperkte
voedselrantsoenen en geweld van zowel de nazi's als de Polen is
hun deel.
De volgende stap van de Duitsers is heel ingrijpend. De Joden
worden medio 1940 gedwongen zich in een aparte wijk in het centrum
van Warschau te vestigen. Volgens de nazi's is dat uit hygiënisch
oogpunt noodzakelijk, want op die manier worden de overige delen
van de stad tegen tyfus en andere Joodse ziekten beschermd.
Op 15 november 1940 wordt het getto met een 3 meter hoge muur
van de buitenwereld afgesloten. Ook andere Poolse Joden worden
naar de deze wijk gebracht. In maart 1941 wonen er een half miljoen
mensen op een gebied van zo'n 5,5 vierkante kilometer. Dat is
nog geen 3 procent van de oppervlakte van Warschau.
Het leven in de kleine ruimte is beklemmend. De levensomstandigheden
verslechteren snel. Voedsel, brandstof, medische voorzieningen
en voorraden worden steeds schaarser en het sterftecijfer in het
getto groeit enorm. Het is een strijd op leven en dood. Iedereen
probeert op zijn manier te overleven. De rijken kunnen hun weelderige
en zelfs wufte levensstijl in het begin voortzetten, terwijl anderen
uitgeteerd van de honger of de tyfus dood op straat liggen.
Berusting
De houding van de Joden in het getto wordt in het begin
door berusting bepaald. Dat gaat zelfs door als in 1942 de deportaties
naar de concentratiekampen beginnen. Elke ochtend worden er door
de Duitsers met behulp van Joodse agenten duizenden mensen verzameld,
die naar een onbekende bestemming vertrekken. Zonder verzet gaan
verreweg de meesten mee. Ze denken dat ze naar werkkampen gaan.
Door de Duitsers worden de vernietigingskampen Auschwitz en Treblinka
als fabrieken of boerderijen afgeschilderd. Sommige Joden zijn
zelfs blij dat ze kunnen ontsnappen aan de verstikkende overbevolking
in het getto.
In het vorige week verschenen boek "Het wonderlijke overleven"
geeft de joodse pianist en componist Wladyslaw Szpilman een voor
het verstand in feite onbevattelijke beschrijving van de volgzame
houding van de Joden. Samen met zijn familie staat de in 1942
ongeveer 30-jarige Szpilman op de overslagplaats bij het treinstation
te wachten om te worden weggevoerd. Ineens wordt hij door een
bewaker weggesleept. Hij is boos en probeert terug te gaan. "Ik
schreeuwde als een bezetene, door afschuw gegrepen, dat ik uitgerekend
nu, op dit belangrijkste, laatste ogenblik, niet bij hen kon komen,
dat wij voor altijd gescheiden zouden worden. Een van de agenten
draaide zich om en keek mij geërgerd aan: "Waar bent
u mee bezig? Breng uzelf liever in veiligheid.""
De realiteit dringt even later in alle hevigheid tot Szpilman
door als hij een SS'er en een Joodse politieagent tegenkomt. De
Jood wijst naar de trein en zegt tegen de Duitser in kameraadschappelijke
vertrouwelijkheid, waarbij in zijn stem spottende minachting ligt:
"Dat gaat allemaal de oven in." "Ik keek waarheen
zijn vinger wees: de deuren van de wagons waren al gesloten en
de trein zette zich langzaam en log in beweging."
Opstand
Op grote schaal gaat de "Endlösung", zoals
de Duitsers de vernietiging van de Joden noemen, door. Van de
ongeveer een half miljoen Joden uit het getto zijn er eind 1942
nog slechts een 80.000 over. De 'mierenhoop' wordt stelselmatig
vernietigd.
Achter de schermen neemt het verzet van met name de Joodse jongeren
toe. Ze proberen wapens te bemachtigen en maken handgranaten en
molotovcocktails. Op 18 januari 1943 wordt er voor het eerst gewapend
verzet gepleegd tegen de pogingen van de nazi's om het getto van
Warschau te vernietigen. De Joodse strijders doden SS'ers die
achter een man aanzitten.
De grote confrontatie volgt op 19 april, als de Duitsers het getto
intrekken om de bevolking samen te drijven, zodat ze kunnen worden
afgevoerd naar de kampen. Er breekt dan opstand uit. Ongeveer
500 jonge Joodse strijders verzetten zich heftig. De nazi's dachten
dat hun actie 3 dagen zou duren, maar het verzet houdt de strijd
bijna een maand vol.
Om de opstand de kop in te drukken, zetten de Duitsers zwaar geschut
in. Vliegtuigen bombarderen het getto en met vlammenwerpers steken
ze huis na huis in brand. De Joden delven uiteindelijk het onderspit.
De meeste overgebleven strijders plegen zelfmoord in de beroemd
geworden schuilplaats Mila 18. Slechts enkelen overleven het en
worden via het rioolstelsel naar de 'arische zijde' van de stad
gebracht door de negentienjarige strijder Simha Rotem, die zijn
ervaringen in het vandaag uitgekomen boek "Strijder in het
getto van Warschau" heeft beschreven.
Hoewel Warschau na de ondergang van het getto officieel "judenfrei"
is, leven er verscholen op vele plaatsen toch nog zo'n 20.000
Joden in en om de stad. Van hen overleeft een behoorlijk aantal
de oorlog.
Uitzondering
Na de bevrijding hebben verschillende overlevenden hun
schokkende ervaringen op schrift gesteld. Ook de hoofdpersonen
uit de drie hiervoor genoemde boeken hebben dat nu gedaan. Hoewel
de oorlog in en rond Warschau bij hen de gemeenschappelijke noemer
is, zijn er toch grote verschillen. Bij iedereen is de overlevingsstrijd
weer anders.
Zo blijft de strijder Simha Rotem na het mislukken van de opstand
in het getto een belangrijke rol in de ondergrondse vervullen.
Hij zet de strijd voort tot de bevrijding begin 1945 en verhuist
daarna naar Israël. Jarenlang lukt het hem niet om over zijn
oorlogservaringen te praten, omdat hij bij vrijwel alle ontmoetingen
wordt geconfronteerd met de vraag: Hoe heb jij kunnen overleven?
"Ik kreeg het gevoel dat ik schuldig was, omdat ik het had
overleefd", schrijft hij in "Strijder in het getto van
Warschau". Pas in 1981 lukt het hem zijn verhaal op te schrijven.
Hij doet dit op een directe en sobere manier. Helaas is het interessante
boek door de vrij gedetailleerde weergave van personen en straten
niet altijd even gemakkelijk te volgen.
Jacob Gutgeld heeft weer heel andere ervaringen dan Simha Rotem.
Hoewel Gutgeld uit een welgestelde familie komt, heeft hij het
niet gemakkelijk. Voor de oorlog verliest hij als klein ventje
zijn moeder, terwijl zijn vader voor de Duitsers vlucht. Jacob
blijft bij een tante en oma en komt in het getto terecht. Om zijn
leven te redden wordt contact gezocht met een Poolse familie,
waar hij onderduikt. Zij zorgen goed voor hem en vormen daarmee
een gunstige uitzondering ten opzichte van vele andere Polen die
de Joden bij de Duitsers aanbrengen om wat geld te verdienen.
Het voor jongeren geschreven boek "De redding van Jacob"
leest gemakkelijk en geeft hun een realistisch beeld van deze
zwarte bladzijde in de geschiedenis.
Schuldvraag
De pianist Wladyslaw Szpilman blijft na het mislukken
van de opstand in het getto achter. Iedere keer moet hij nieuwe
schuilplaatsen zoeken. Verschillende keren weet hij ternauwernood
aan de Duitsers te ontsnappen. Uiteindelijk wordt hij toch ontdekt
door een Duitse officier. Deze redt echter zijn leven door hem
regelmatig eten te brengen. Na de oorlog blijkt dat de in Rusland
omgekomen officier een tegenstander van de nazi's is. Een uittreksel
van een door de Duitser geschreven dagboek is achter in het door
Szpilman boeiend geschreven boek "Het wonderbaarlijke overleven"
opgenomen. Dat geldt ook voor een nawoord van de vroegere Oost-Duitse
dissident Wolf Biermann.
Interessant is dat de Duitse officier in zijn dagboek op 6 juli
1943 de vraag aan de orde stelt wie de schuld heeft van deze onmenselijke
oorlog, waarbij honderdduizenden Joden door de Duitsers worden
vermoord. Hij benadrukt dan dat niet God de schuld heeft. "Wij
zijn zo gemakkelijk ertoe geneigd om anderen de schuld te geven
en deze niet bij onszelf te zoeken. God laat het kwade gebeuren,
omdat de mensen het aan zichzelf te wijten hebben dat zij nu de
plaag van hun eigen slechtheden en onvolkomenheden te verduren
krijgen." Wie deze oorlogsboeken in dat licht beziet, leest
ze niet als sensatieverhaal, maar om te gedenken en tot bezinning.
Titel: Het wonderbaarlijke overleven. Herinneringen uit Warschau 1939 tot 1945
Auteur: Wladyslaw Szpilman
Uitgeverij: BZZTôH
's Gravenhage, 1999
ISBN 90 5501 627 6
Pagina's: 224
Prijs: 32,50